Begroting 2026 vastgesteld: vasthouden op ingezette ontwikkelingen

De gemeenteraad heeft de begroting voor 2026 vastgesteld. Deze begroting is bijzonder, omdat het de laatste is binnen de raadsperiode 2022–2026. Daarmee vormt zij niet alleen het financiële kader voor het komende jaar, maar ook een moment van terugblik én vooruitkijken.

De begroting bouwt voort op de ambities uit het raadsakkoord en richt zich onder meer op grote projecten zoals de bouw van KINEO en de ontwikkelingen van Braassemerland, het vasthouden van ingezette ontwikkelingen en het voorbereiden van een stevige basis voor de volgende raadsperiode. De begroting is terug te vinden in het raadsinformatiesysteem.

Voorzieningen onder druk, maar inzet blijft onverminderd

De gemeente blijft inzetten op leefbaarheid, duurzaamheid, zorg, veiligheid en woningbouw. Dat gebeurt in een tijd waarin de financiële onzekerheid vanuit het Rijk toeneemt. Door veranderingen in de rijksfinanciën staat de begroting meer onder druk. Ondanks deze uitdaging stuurt het college op het beschikbaar houden van middelen om ook in 2026 het voorzieningenniveau op peil te houden en de gemeentelijke taken goed uit te voeren.

De woonlasten stijgen volgend jaar beperkt met gemiddeld 2,5 procent. De OZB (onroerendezaakbelasting) stijgt met 2 procent, in lijn met de inflatie. Hoewel de toekomst onzeker blijft, slaagt de gemeente erin om een sluitende begroting te presenteren voor de komende jaren.

De door de gemeenteraad vastgestelde Programmabegroting wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de provincie. Zodra de provincie akkoord is, kan de gemeente aan de slag met de uitvoering van de plannen voor 2026.

Wethouder Nick van Egmond (Financiën) is tevreden over het resultaat: ”Ik ben tevreden met deze begroting. Ondanks de financiële onzekerheid slagen we er in financieel gezond te blijven en onze ambities waar te maken. We houden vast aan de ingezette ontwikkelingen en leggen tegelijkertijd een stevige basis voor de volgende raadsperiode. Dat geeft vertrouwen voor de toekomst van onze gemeente.”